Ooievaars blijven door voldoende voedselaanbod en zachte winters
Ooievaars zijn al jaren te zien in de gemeente Oss. Maar in 1970 waren er slechts tien broedparen in Nederland.
Om uitsterven in Nederland te voorkomen, werd een herintroductieprogramma opgestart. In 2000 werd het fokprogramma langzaam beëindigd en in 2009 formeel afgesloten, want de populatie was sterk genoeg om weer op eigen benen te staan. Nu zijn er in Nederland meer dan 1000 broedparen. De ooievaar is daarom van de Rode Lijst gehaald.
De laatste jaren zijn er weer succesvolle broedparen. De bekendste is op de Gevangentoren in Megen. "Dat juist daar de ooievaars broeden is niet zo vreemd. De uiterwaarden van de Maas zijn daar al jarenlang een natuurgebied. Ooievaars vinden daar gemakkelijk veel voedsel: insecten, kikkers, mollen en muizen. Als het zo uitkomt eten ze ook regenwormen, jonge vogels, aas en afval", aldus IVN Oss.
Als je door de polders fietst heb je een grote kans om ooievaars te zien. Zelfs groepen tot wel vijftig worden er soms gespot. Nieuw is dat een groeiend aantal ooievaars niet meer wegtrekken naar het zuiden in augustus of september. Een grote overwinteringsplaats zijn de weilanden langs de Macharenseweg. Door de week eten ze bij het vuilnis op het industrieterrein en komen zo de winter door. De ooievaars verzamelen voor vertrek, maar vertrekken niet meer door voldoende voedselaanbod en zachte winters. Bij de wintertelling van 2020 werden er 73 ooievaars geteld in de polders rond Oss. Slapen doen ze onder andere in het Ossermeer, waar in de winter van 2019/2020 meer dan 40 slapende ooievaars werden geteld.